Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], In een ogenblik [36]sterven zij; zelfs [37]ter middernacht wordt [38]een volk geschud, dat het [39]doorga; en de [40]machtige wordt weggenomen [41]zonder hand. 36. Namelijk, rijken en armen, edelen en onedelen, sterken en zwakken, en dat als het God belieft door zijn macht, dat niemand wederstaan kan, en naar zijn gerechtigheid, die niemand vermag te wederspreken of te controleren. 37. Dat is, onverwachts, en als zij zekerst menen te wezen. Zie Ex.12:29; 2 Kon.19:35. 38. Dat is, gehele volken worden door Gods kracht en ook rechtvaardiglijk uit hun land, welvaren en staat vervoerd en weggerukt. 39. Dat is, te gronde gaat. 40. Hebreeuws, zij nemen de sterken weg; te weten, de engelen of dienaars Gods. Zie boven, hfdst.4 vs.18. 41. Dat is, zonder menselijke hand, en dienvolgens door de kracht Gods.